Onlangs was ik in het Utrechts Medisch Centrum bij een publiekslezing over slokdarmkanker. Ik was nieuwsgierig naar wat ik daar zou gaan horen en naar de mensen die op zo’n lezing afkomen. Helemaal omdat ik dit jaar een opleiding specifiek gericht op reflexzonetherapie bij kanker ga volgen. Als gediplomeerd voetreflextherapeut ben ik op basisniveau geschoold in regulier medische kennis, en dus ook in symptomen, oorzaken en verschijningsvormen van kanker. Ik hoopte deze avond in het UMC veel nieuws te horen en ervaren.

Medische basiskennis

Mijn medische basiskennis houdt overigens verder in dat ik ook opgeleid ben in het herkennen van rode vlaggen. Rode vlaggen zijn (risico)symptomen die mij doen besluiten cliënten hiervoor door te verwijzen naar een BIG-geregistreerde behandelaar. In de praktijk is dat vaak de huisarts. Bij de intake of anamnese en in gesprekken tijdens het behandeltraject kunnen zulke rode vlaggen duidelijk worden. Als voetreflextherapeut stel ik daarnaast nooit de diagnose van een ziekte. Ook dat is voorbehouden aan zorgverleners met een BIG-registratie. Gebaseerd op wat de cliënt me vertelt en wat ik opmerk als ik de reflexzones op de voeten behandel, werk ik wel met een behandelplan en een doel. Ik richt me daarbij met name op wat de cliënt met de behandelingen wil bereiken. Afhankelijk van de cliënt kan het plan aangepast worden. Voorafgaand aan elke behandeling wordt dit in overleg bepaald. Het prettige van reflexzonetherapie is dat daar tijd voor is. Mijn behandelingen duren minimaal een uur, soms langer.

Aandacht en betrokkenheid

Het was een leerzame en fijne avond in het UMC. Er was een groot aantal (ex-)patiënten, vaak samen met hun naasten. Er werd uitgebreid informatie gegeven over oorzaken van slokdarmkanker. Ook werd tijdens deze publiekslezing over slokdarmkanker.de gang van zaken bij een aantal mogelijke behandelingen uitgelegd. Daarna was er ruimte voor vragen, en die waren er! Een heel panel van UMC-behandelaren zat klaar om ze te beantwoorden. Wat mij trof was de grote emotionele impact die het krijgen en hebben (gehad) van slokdarmkanker op het leven van mensen heeft. Dat begint al bij de diagnose, gaat door bij de behandeling in het ziekenhuis en ook daarna, als de patiënt weer thuis is. De emoties waren goed te horen in de indrukwekkende persoonlijke verhalen van de (ex)patiënten. Ten tweede trof mij de aandachtige en betrokken houding van de behandelaren van het slokdarmteam voor hun patiënten. Dat voelde goed, want zo’n houding doet recht aan mensen. Ik kijk uit naar de publiekslezing in maart!

Meer informatie over slokdarmkanker vind je op de site van het UMC.